Het heeft lang geduurd voordat er in de Nederlandse politiek en samenleving ruimte werd gemaakt voor een open debat over het geweld van de Nederlandse krijgsmacht in de Indonesische onafhankelijkheidoorlog. Opeenvolgende kabinetten waren na 1949 niet of nauwelijks bereid verantwoording af te leggen voor het politieke en militaire optreden van Nederland tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog.

Pas in 1969 doorbrak Indiëveteraan Joop Hueting deze stilte, wat leidde tot een haastig uitgevoerd onderzoek (de Excessennota) en een vergoelijkend regeringsstandpunt. Sindsdien is er sprake van een spanningsveld tussen enerzijds de neiging tot zelfrechtvaardiging en het doodzwijgen van deze geschiedenis, anderzijds een streven naar kritische reflectie, politiek en journalistiek engagement en, meer recentelijk, het postkoloniale debat. Uiteindelijk is de balans langzaam en met horten en stoten richting kritische reflectie gaan hellen.

In dit deelproject worden de lange nasleep van de oorlog en in het bijzonder de politieke en publieke ‘verwerking’ ervan onderzocht. Enerzijds richt het onderzoek zich op de politieke processen waarin actief werd geprobeerd om aanwijzingen over extreem geweld van de Nederlandse zijde en de verantwoordelijkheid daarvoor van de militaire en politieke autoriteiten onder tafel te houden; anderzijds gaat de aandacht uit naar bredere maatschappelijke processen waarop uiteenlopende betrokken groeperingen – veteranen, Indische Nederlanders, Molukkers – zich in het debat mengden. De overheid moest zich tot deze ‘Indische generatie’ verhouden, maar ook tot de Republiek Indonesië en tot allengs kritischer vragen uit de eigen samenleving.  

De hoofdvraag van dit onderzoek was hoe van 1950 tot 2017 de Nederlandse overheid en de verschillende geledingen van de samenleving zijn omgegaan met de vaststelling van de feiten rond de gevoerde oorlog van 1945-1949 in Indonesië en het daarbij gehanteerde extreme geweld, en hoe de herinnerings- en herdenkingscultuur ten aanzien van deze oorlog zich heeft ontwikkeld.

Uitvoerder van dit project is Meindert van der Kaaij.