In deze deelstudie staat de periode van geweld kort na de Japanse capitulatie in Nederlands-Indië/Indonesië op 15 augustus 1945 centraal, bezien vanuit de brede context van de politiek-militaire situatie van destijds. Hierbinnen richt het onderzoek zich primair op het geweld tijdens de zogenoemde ’bersiap’, in de Nederlandse geschiedschrijving doorgaans opgevat als extreme gewelddadigheden van Indonesische zijde tegen (Indische) Nederlanders. Naast ‘bersiap’ wordt voor soortgelijke geweldsuitbarstingen in de Indonesische historiografie ook de term ‘berdaulat’ gebruikt.
Maar dit geweld kan niet los worden gezien van de gewelddadigheden tussen diverse andere bevolkingsgroepen en actoren in Indonesië op hetzelfde moment. Conflicten grepen op elkaar in en kunnen voor een goed begrip niet los van elkaar bestudeerd worden. Kenmerkend voor de explosie van geweld na de Japanse overgave is de gelaagdheid en gelijktijdigheid ervan, zowel op het structurele (maatschappelijke) als het individuele niveau. Dit betekent voor deze deelstudie dat het geweld tussen en tegen Indonesiërs en (Indische) Nederlanders in nauwe samenhang wordt bestudeerd met de gewelddadigheden tegen en door Chinezen, Japanners, Britten, Nederlanders, Menadonezen, Molukkers, Indonesiërs (de zogenoemde ‘berdaulat’ en ‘revolusi sosial’) en mogelijk andere (bevolkings-)groepen.
Deze deelstudie valt in twee onderdelen uiteen:
- Een kwantificerend onderzoek (voor zover mogelijk), bestaand uit een inventarisatie van slachtoffers en daders; met waar mogelijk aandacht voor de rol van etnische herkomst, geslacht, leeftijd, maatschappelijke achtergrond en medische gegevens van slachtoffers en daders, datum en locatie van het gebeurde, omstandigheden ter plekke, motieven en organisatiegraad van daders;
- Een analyse van de mogelijke structurele en individuele factoren die bijdroegen aan het (uitbreken van het) geweld kort na de Japanse overgave (inclusief de koloniale Nederlandse geweldstraditie en de Japanse bezetting) en de gevolgen, zelfs voortzetting, van dit geweld tijdens de dekolonisatieoorlog in Indonesië en de latere herinnering eraan in zowel Nederland als Indonesië.
Onderzoekers: Esther Captain en Onno Sinke